Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB7892

Datum uitspraak2007-11-07
Datum gepubliceerd2007-11-14
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers282628 / HA ZA 07-1080
Statusgepubliceerd


Indicatie

totstandkoming overeenkomst; eigen schuld; billijkheid (artikel 6:101 BW).


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 282628 / HA ZA 07-1080 Uitspraak: 7 november 2007 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: [eiser], h.o.d.n. APK Keuringsstation [X], wonende te [woonplaats], eiser, procureur mr. P.H.A. de Boer, - tegen - [gedaagde], h.o.d.n. Garage [Y], wonende te woonplaats, gedaagde, procureur mr. W.H.M. Ummels. Partijen worden hierna aangeduid als "[eiser]" respectievelijk "[gedaagde]". 1 Het verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - dagvaarding d.d. 12 april 2007 en de door [eiser] overgelegde producties; - conclusie van antwoord, met productie; - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 25 juli 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast; - brief van mr. De Boer d.d. 31 juli 2007, met bijlagen; - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 25 september 2007. 2 De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast: 2.1 [eiser] heeft op 29 juni 2006 een personenauto, merk Opel, type Zafira, kenteken 69-JR-HL (hierna: Opel Zafira), eigendom van een klant van hem, Kaal & Co B.V., naar de garage van [gedaagde] aan de [adres] gebracht voor het uitvoeren van een APK-keuring. De Opel Zafira is op enig moment daarna gestolen. 2.2 Bij brief van 10 oktober 2006 is [eiser] door de verzekeraar van Kaal & Co B.V. aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van de diefstal. 2.3 Bij brief van 18 oktober 2006 is [gedaagde] namens [eiser] aansprakelijk gesteld voor de door [eiser] geleden schade. 3 De vordering De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 12.265,00, met rente en kosten. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [eiser] aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd: 3.1 Tussen partijen is een overeenkomst van bewaarneming tot stand gekomen. De hoofdverplichting van [gedaagde] als bewaarnemer was het terug geven van de Opel Zafira. Nu de Opel Zafira ten tijde van de bewaarneming bij [gedaagde] is gestolen, is hij tekortgeschoten in zijn teruggaveplicht. Deze tekortkoming kan [gedaagde] worden toegerekend, zodat hij aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade. 3.2 De schade die [eiser] heeft geleden bedraagt € 12.265,00 en bestaat uit het bedrag waarvoor [eiser] door de verzekeraar van Kaal & Co B.V. aansprakelijk is gesteld. 4 Het verweer Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding. [gedaagde] heeft daartoe het volgende aangevoerd: 4.1 [gedaagde] betwist dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. 4.2 [eiser] heeft de Opel Zafira onbeheerd achtergelaten, met de contactsleutel in het slot, hetgeen voor zijn rekening en risico komt. 4.3 [gedaagde] betwist voorts dat [eiser] schade heeft geleden. 5 De beoordeling 5.1 [eiser] heeft zijn vordering gebaseerd op een tussen hem en [gedaagde] gesloten overeenkomst, op grond waarvan [gedaagde] gehouden was de Opel Zafira APK te keuren en deze daarna weer aan [eiser] terug te geven. Omdat [gedaagde] de Opel Zafira niet heeft teruggegeven – maar mededeelde dat deze was gestolen – is sprake van schadeplichtigheid wegens wanprestatie, aldus [eiser]. Ter onderbouwing van zijn stelling dat een overeenkomst tot stand is gekomen, heeft [eiser] aangevoerd: - dat hij (al drie jaar) dagelijks één of meer auto’s naar [gedaagde] bracht ten behoeve van APK-keuringen (omdat hij zelf daarvoor geen vergunning had); - dat hij op 29 juni 2006 de Opel Zafira heeft gebracht voor een APK-keuring en dat op zijn mededeling aan [gedaagde] dat hij voor een keuring kwam, laatstgenoemde heeft gezegd dat dat goed was (maar dat hij alleen even moest wachten); - dat [gedaagde] toen ook heeft gezegd dat hij de Opel Zafira binnen een half uur wel weer op kon halen; - dat hij de Opel Zafira op aanwijzing van [gedaagde] in de showroomruimte van de garage heeft gezet; - dat hij de sleutel altijd in het contact liet zitten en dat de autopapieren meestal achter de zonneklep of onder de voorstoel bleven liggen. Bij dagvaarding heeft [eiser] ook nog gesteld dat ten aanzien van de Opel Zafira voor 29 juni 2006 een keuringsafspraak was gemaakt, alsmede dat op instructie van [gedaagde] de sleutel in het contact is blijven zitten, maar die stellingen heeft hij ter comparitie niet gehandhaafd. 5.2 [gedaagde] heeft de totstandkoming van een overeenkomst betwist, met name stellende dat hij op de vraag of de Opel Zafira gekeurd kon worden heeft geantwoord dat hij met een andere auto bezig was en dat hij op de vervolgvraag van [eiser] of hij dan kon wachten heeft geantwoord dat dat goed was, dat hij even moest wachten en dat hij over ongeveer 10 minuten aan de beurt zou zijn, waarbij [eiser] is gevraagd de Opel Zafira aan de kant te zetten. 5.3 Gelet op deze gemotiveerde betwisting door [gedaagde] staat in deze procedure niet vast dat de door [eiser] gestelde overeenkomst tot stand is gekomen, zodat in beginsel bewijsvoering aan de orde zou zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering echter op een andere – hierna te bespreken – grond toch niet toewijsbaar, zodat bewijsvoering achterwege kan blijven en het desbetreffende aanbod namens [eiser] zal worden gepasseerd. 5.4 [gedaagde] heeft betoogd dat [eiser] de Opel Zafira heeft achtergelaten met de contactsleutel in het slot en dat hij niet in de buurt van de Opel Zafira is gebleven, zodat [eiser] een risico heeft genomen dat geheel voor zijn rekening komt. Ter comparitie heeft [gedaagde] nader aangevoerd dat hij vanuit de werkruimte geen zicht heeft op de showroomruimte, waarin de Opel Zafira was geplaatst door [eiser], en dat hij nooit de contactsleutel in het slot laat zitten van auto’s in de showroomruimte, maar alleen van auto’s in de werkplaats zelf. [eiser] heeft deze stellingen niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken. [eiser] heeft ter comparitie wel verklaard dat hij in de regel de auto’s die hij voor een keuring bracht in de werkruimte zette, maar dat het ook wel eens voorkwam dat hij een auto in de showroomruimte zette, alsmede dat hij de sleutel altijd in het contact liet zitten. Deze stellingen nemen echter het risico niet weg dat [eiser] heeft genomen door de Opel Zafira in de showroomruimte achter te laten, met de sleutel in het contact. De door [eiser] gestelde feiten en omstandigheden kunnen niet de conclusie dragen dat [gedaagde] in het onderhavige geval bekend was met dit risico en dit heeft geaccepteerd. Dit klemt te meer nu [eiser] ter comparitie zelf heeft verklaard dat de deur van de showroomruimte (aan de straatzijde) openstond. Voorts is door [eiser] niet gesteld dat hij [gedaagde] heeft gezegd dat hij zelf zou weggaan en de Opel Zafira dus zou achterlaten. In deze omstandigheden heeft [eiser] de volledige verantwoordelijkheid behouden voor de Opel Zafira, zelfs indien er – veronderstellenderwijs – van zou moeten worden uitgegaan dat reeds een overeenkomst tot stand was gekomen ter zake de APK-keuring. Naar het oordeel van de rechtbank eist de billijkheid – als bedoeld in artikel 6:101 BW – in deze omstandigheden dat geen sprake kan zijn van een vergoedingsplicht van [gedaagde]. De vordering is derhalve niet toewijsbaar. 5.5 [eiser] dient als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van deze procedure te dragen. 6 De beslissing De rechtbank, wijst de vordering af; veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] bepaald op € 303,00 aan vast recht en op € 904,00 aan salaris voor de procureur. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Boot. Uitgesproken in het openbaar. 801/1694